Rode bessen staan bekend als de pareltjes onder het fruit. De heldere rode kleur zijn een genot voor het oog, waardoor ze veel gebruikt worden om kleur te geven aan de lekkerste gerechten. Rode bessen hebben een frisse smaak en zijn heerlijk om puur te eten als ‘vitaminestootje’ of als delicatesse in combinatie met een beetje suiker en room.
De een noemt hem rode bes, de ander aalbes of trosjesbes. Maar iedereen bedoelt hetzelfde: een veelzijdige bessensoort met een heerlijke, friszure smaak. Oorspronkelijk komt de rode bes uit Europa en West-Azië. Tweehonderd jaar geleden werd er zelfs wijn van gemaakt. Rode bessen houden van zon, maar niet van strenge winters.
Rode bessen zijn uiterst veelzijdig. Door hun zure tot zoetzure smaak zijn ze met recht een frisse traktatie te noemen. Ze geven yoghurt, taart, maar ook milkshakes of vruchtensalades net even wat extra’s. Neem bijvoorbeeld een salade met blauw geaderde kaas en combineer die met een handje rode bessen. Een tikkeltje gewaagd misschien, maar heerlijk! De rode bes is ook een echte dorstlesser. Probeer het maar eens op een warme, zonnige dag.
U kunt rode bessen het gemakkelijkst van de tros verwijderen met een vork. Evenals ander zachtfruit kunt u de rode bes goed in de koelkast bewaren. Let er daarbij wel op dat u ze uitspreidt om kneuzen te voorkomen. Ook in de vriezer zijn rode bessen langere tijd te bewaren.
Rode bessen zijn goed voor de gezondheid. Ze bevatten een hoge concentratie aan vitamines en vezelstoffen. En omdat ze nauwelijks calorieën bevatten passen ze prima in elk dieet.